Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Avondwolven. Habakuk 1:8
Bij het bewerken van dit boekdeel kwam mij deze bijzondere uitdrukking zo meermalen onder de ogen, dat ik besloot daaraan een bijzondere overdenking te wijden. De avondwolf, verwoed door een dag van honger, was woedender en verslindender dan hij in de morgen zou zijn geweest. Zou het woedende ondier niet onze twijfel en onze vrees kunnen voorstellen na een dag van verstrooiing des gemoeds, van verlies in onze bezittingen, en wellicht van onverdiende verwijtingen onzer medemensen? Hoe huilen onze gedachten ons in de oren: “waar is nu uw God?” Hoe verscheurend en verslindend zijn zij, al de vertroostingen verzwelgende, en dan nog even hongerig als tevoren. Grote Herder, versla deze avondwolven, en doe uw schapen neerliggen in de grazige weiden, ongestoord door het onverzadelijk ongeloof. Hoe gelijken de boze geesten van de hel op avondwolven; immers wanneer de kudde van Christus onder een bewolkte, donkere hemel verkeert en hun zon schijnt onder te gaan, dan haasten zij zich om te verscheuren en te verslinden. Zij zullen de Christen zelden aanvallen in het daglicht van het geloof, maar in de schemering van zielestrijd overvallen zij hem. O! Gij, die Uw leven hebt afgelegd voor de schapen, bewaar hen tegen de slagtanden van de wolf. Valse leraars, die listig en onvermoeid het kostbare leven zoeken te verderven, door hun leugentaal de mensen verslindende, zijn even gevaarlijk en verfoeielijk als avondwolven. De duisternis is hun element, bedrog hun karakter, verderf hun doel. Wij staan aan het grootste gevaar van hun zijde bloot, wanneer zij zich in de schapenvacht hullen. Gezegend hij, die tegen hen in veiligheid wordt gesteld, want duizenden worden de prooi van grijpende wolven, die zich indringen tot binnen de kerk des Heeren. Welk een wonder van genade, wanneer felle vervolgers worden bekeerd; want dan verkeert de wolf met het lam, en mensen van woeste, ontembare neigingen worden minzaam en volgzaam. O Heere, bekeer velen van deze aard, voor dezulken willen wij deze avond bidden.