Alle instrument dat tegen u bereid wordt, zal niet gelukken, en alle tong, die in het gericht tegen u opstaat, zult gij verdoemen. Jes. 54:17.
Er is een hevig gehamer in de smederijen en smidsen van de vijand. Zij zijn bezig wapenen te vervaardigen, om daarmee de heiligen te verslaan. Zij zouden dit niet kunnen doen, als de Heere van de heiligen het hun niet toestond; want Hij schiep de smid, die de kolen aanblaast in het vuur. Maar zie eens, hoe ijverig zij werken! Het haalt niets uit, want op het lemmet van elk wapen kunt ge dit opschrift lezen: het zal niet gelukken. Maar luister nu naar een ander lawaai: het is de strijd van tongen. Tongen zijn verschrikkelijker instrumenten dan die met hamers en aambeelden kunnen worden gemaakt, en het kwaad, dat zij aandoen, snijdt dieper en verspreidt zich verder. Wat zal er nu van ons worden? Laster, leugen, list, bespotting — het zijn vergiftige pijlen; hoe kunnen wij die afweren? De HEERE God belooft ons, dat zo wij ze al niet tot zwijgen kunnen brengen, wij er tenminste aan zullen ontkomen om erdoor te gronde gericht te worden. Zij veroordelen ons voor het ogenblik, maar ten laatste zullen wij hèn veroordelen, en dat voor altijd. De mond van de leugenspreker zal gestopt worden, en hun leugens zullen dienen tot de eer van de goede mensen, die erdoor hebben geleden.