Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Aldaar heeft Hij verbroken de vurige pijlen van de boog, het schild, en het zwaard en de krijg. Psalm 76:4
De heerlijke uitroep van onze Heiland: “het is volbracht,” was een dodelijke losbarsting voor al de vijanden van zijn volk, het breken “van de vurige pijlen van de boog, van het schild, en het zwaard en de krijg.” Zie de held van Golgotha, met zijn kruis als aanbeeld en zijn wee als hamer, waardoor Hij pijlkoker op pijlkoker van onze zonden verbrijzelt, die vergiftigde pijlen van de boog; ieder vonnis vertredende, iedere beschuldiging vernietigende. Welke doeltreffende slagen brengt de machtige Verbreker aan met de hamer des Woords! Hoe worden de vurige schichten van de Boze verbrijzeld, en de helse rondassen als pottenbakkersvaten verbroken! Ziet, Hij trekt het gevreesde zwaard van Satan’s macht, in de hel gesmeed, uit de schede! Hij verbreekt het, gelijk een man een dorre twijg hout verbreekt, en werpt het in het vuur! Geliefden, geen zonde van de gelovige kan nu meer een pijl zijn, die hem dodelijk treft, geen verdoemenis kan nu meer een zwaard worden om hem te verslaan, immers de straf van onze zonde werd door Christus gedragen, een volle verzoening werd er voor al onze overtredingen gemaakt, door onze gezegende Plaatsbekleder en Borg. Wie zal beschuldiging inbrengen? Wie zal veroordelen? Christus is gestorven, ja wat meer is, ook opgestaan. Jezus heeft de pijlkoker van de hel geledigd, elke vurige schicht uitgeblust, en de kop van elke pijl van de toorn verbroken; de grond is overdekt met de overblijfsels van de helse krijgswapenen, die voor ons alleen zichtbaar blijven ter herinnering aan het gevaar, waaraan wij vroeger blootstonden, en waarvan we nu zo heerlijk zijn verlost. De zonde voert over ons geen heerschappij meer. Jezus heeft een einde daaraan gemaakt en haar voor eeuwig uit ons midden weggenomen. O vijand! de verwoestingen zijn voleind in eeuwigheid. Spreekt gijlieden van al de wonderwerken des Heren, gij die zij naam gedenkt, houdt niet in, noch bij dag, noch wanneer de zon ter kimme neigt. Loof de Heere, o mijn ziel.