Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien. Handelingen 2:31
Wat is Hij nu, nu Hij de dood en alles wat daarmee samenhangt, achter Zich heeft? Wat is Hij nu, nu Hij nooit meer hongert noch dorst? Hij is nog Dezelfde als die Hij was, want Hij is heden en gisteren en tot in alle eeuwigheid Dezelfde. In de verschijningen na Zijn dood wordt ons geleerd dat Hij er nog steeds naar verlangt vrede in de harten van Zijn volk te scheppen. Zodra Hij verscheen, zei Hij: ‘Vrede zij u.’ Geliefde, uw opgestane Heere wil dat u gelukkig bent. Toen Hij hier op aarde was, zei Hij: ‘Uw hart worde niet ontroerd’; dat zegt Hij u ook vandaag. Hij schept geen behagen in de verslagenheid van Zijn volk. Hij wil dat Zijn blijdschap in hen is en dat hun blijdschap volkomen zal zijn. Hij gebiedt u zich voor altijd in Hem te verblijden.