En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zo iemand godvruchtig is, en Zijn wil doet, die hoort Hij. Johannes 9:31
Laten we nooit denken dat het leerstuk van de vastgestelde loop der dingen, of de wet van oorzaak en gevolg, zoals de filosofen die noemen, in tegenspraak zou zijn met de waarheid dat het gebed de loop der dingen werkelijk beïnvloedt. In lang vervlogen tijden ging een krijger eens ten oorlog om voor zijn land te vechten, en een dienaar van het Woord zei tegen hem: ‘Ik zal voortdurend voor je bidden dat je de overwinning zult behalen.’ De soldaat had daar zo zijn twijfels over en zei dat hij het nut van die beloofde gebeden niet inzag; als God had bepaald hem de overwinning te geven, zou hij zonder gebeden ook wel overwinnen, en als het lot had bepaald dat hij verslagen zou worden, zouden gebeden dat niet kunnen voorkomen. Waarop de godzalige man zeer gepast antwoordde: ‘Zet dan je helm maar af, leg je pantser af en hang je zwaard en schild maar aan de muur. Ga met je soldaten maar helemaal niet naar de strijd, want als de Heere je vijanden zal overwinnen, kan Hij dat ook wel zonder je wapens doen en als Hij je de overwinning niet zal geven, dan zal het tevergeefs zijn dat je je oorlogspaard bestijgt.’ De consequentie van de redenering van de krijger ligt voor de hand: het is op geen enkele manier steekhoudend. Het gevolg van die twijfel is dat we helemaal niets zullen doen. Wij weten en zijn er vast van overtuigd dat onze gebeden veel zullen uitwerken. Door onze kracht in het gebed wordt Gods kracht in beweging gezet en door die kracht zal alles tot stand gebracht worden wat tot Zijn eer en tot ons nut zal zijn.