Hij heeft op God betrouwd; dat Hij Hem nu ver losse, indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Mattheüs 27:43
Wat voor verlossing was dat? Trok de Vader het kruis uit de grond? Trok Hij de nagels uit de heilige handen en voeten van Zijn dierbare Zoon? Zette Hij Hem op ‘die groene heuvel ver weg buiten de stadsmuur’ neer en gaf Hij Hem een vurig zwaard in handen om Zijn tegenstanders te vernietigen? Beval Hij de aarde zich te openen en al Zijn vijanden te verzwelgen? Nee, niets van dat alles. Jehova kwam niet tussenbeide om Zijn Zoon ook maar iets te besparen, maar Hij liet Hem sterven. Hij liet Hem als een dode van het kruis afnemen en in een graf leggen. Jezus onderging al dat lijden tot het bittere einde. O, broeders en zusters, dat deed God om ons te verlossen. Wij hebben op God vertrouwd opdat Hij ons zou verlossen; en het is Zijn belofte dat Hij ons in staat zal stellen dit alles te ondergaan; we zullen tot het einde toe lijden en daardoor de overwinning behalen. Maar Gods manier om degenen die op Hem vertrouwen te verlossen, is altijd de beste manier. Als de Vader Zijn Zoon van het kruis zou hebben genomen, wat zou het gevolg dan zijn geweest? Dan zou de verlossing niet volbracht, de behoudenis niet tot stand gebracht zijn en zou er van Christus’ levenswerk niets terechtgekomen zijn. Dat zou geen verlossing, maar nederlaag betekend hebben. Het was voor onze Heere Jezus veel beter om te sterven. Het was een volkomen verlossing, want uit Zijn bitter lijden en dood kwam de levensvreugde van Zijn verlosten voort. Het is niet Gods bedoeling dat iedere heuvel geslecht zal worden, maar dat we gesterkt zullen worden om de heuvel Moeilijkheid te beklimmen.