Want gij waart als dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot de Herder en Opziener uwer zielen. 1 Petrus 2:25
Vriend, laat dit uw troost zijn, dat God u ziet zodra u berouw krijgt. Hij ziet u dan niet zoals Hij alle mensen ziet, maar Hij ziet u met grote belangstelling. Hij heeft u aangezien in al uw zonden en in al uw ellende en Hij hoopte dat u zich zou bekeren; en nu ziet Hij de eerste lichtstraal van de genade en Hij aanschouwt die met grote vreugde. Geen wachter op de eenzame kasteeltoren heeft het eerste grijze morgenlicht met groter vreugde aanschouwd, dan de vreugde waarmee God het eerste verlangen in uw hart aanschouwt. Zo zeker als God God is, als u Hem door Christus nu oprecht zoekt, dan zal de dag komen, waarop u de kus der verzekering op uw lippen zult voelen, waarop de armen van soevereine genade u zullen omhelzen, en u zeker zult weten dat dit zo is. Misschien hebt u Hem veracht, maar u zult Hem kennen als uw Vader en uw Vriend. Misschien hebt u Zijn sabbatten gebroken en Zijn Woord veracht, maar de dag zal aanbreken waarop de sabbat uw vreugde zal zijn en Zijn Woord uw schat.