Want God heeft ons niet gegeven een geest der vreesachtigheid, maar der kracht, en der liefde, en der gematigdheid. 2 Timotheüs 1:7
In Zijn liefde tot Zijn kinderen trekt God niemand voor. Een kind is een kind voor Hem; Hij zal het niet tot een gehuurde dienstknecht maken, maar Hij zal het gemeste kalf voor hem laten slachten en er zal sprake van muziek en reidans zijn alsof het kind nooit was weggelopen. Aan het hof van Koning Jezus worden geen ketenen gedragen. Onze toegang tot alle voorrechten kan dan wel geleidelijk zijn, maar ze zijn alle zeker. Misschien zegt u: ‘Ik zou mij graag in de beloften verheugen en in alle vrijheid de weg van de geboden des Heeren bewandelen.’ ‘Indien gij van ganser harte gelooft, kunt u dat.’ Maak de keten om uw hals los, o, gevangen dochter, want Jezus maakt u vrij.