7 Geeft den HEERE, gij geslachten der volken! geeft den HEERE eer en sterkte. 8 Geeft den HEERE de eer Zijns Naams; brengt offer, en komt in Zijn voorhoven. 9 Aanbidt den HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt voor Zijn aangezicht, gij ganse aarde. 10 Zegt onder de heidenen: De HEERE regeert; ook zal de wereld bevestigd worden, zij zal niet bewogen worden; Hij zal de volken richten in alle rechtmatigheid. 11 Dat de hemelen zich verblijden, en de aarde zich verheuge, dat de zee bruise met haar volheid. 12 Dat het veld huppele van vreugde met al wat er in is, dat dan al de bomen des wouds juichen. 13 Voor het aangezicht des HEEREN; want Hij komt, want Hij komt, om de aarde te richten; Hij zal de wereld richten met gerechtigheid, en de volken met Zijn waarheid.
De eerste zes verzen begonnen met een aansporing om te zingen, tot driemaal toe, waarbij de naam van de Heere driemaal genoemd werd. Hier vinden wij de uitdrukking ‘geeft den Heere’, eveneens driemaal gebruikt. Dit is ook de manier van die dichters wier vlammende sonnetten bij uitstek de aandacht van de mensen trokken; zij herhalen uitgelezen woorden tot ze doordringen in de ziel en het hart doen ontvlammen. De ‘schoonheid der heiligheid’ is de enige schoonheid waar de psalmist om geeft in onze openbare diensten, en ze is niet te compenseren door een andere schoonheid. Op fraaiheid van architectuur en gewaden let hij niet; morele en geestelijke schoonheid, daar verheugt zijn ziel zich in. God moet niet aanbeden worden op een slordige, zondige, oppervlakkige manier; wij moeten eerbiedig, oprecht, ernstig, en zuiver van hart zijn zowel in onze gebeden als in onze lofprijzingen.
Zuiverheid is het witte linnen van ’s Heeren koorzangers, rechtschapenheid is het passende gewaad van Zijn priesters, heiligheid is de koninklijke kledij van Zijn dienaren. Er is een heilige beving die geheel verenigbaar is met vreugde, het hart kan zelfs huiveren van een ontzaglijke overmaat aan verrukking. Het zien van de Koning in Zijn heerlijkheid joeg Johannes op Patmos geen schrik aan, en toch deed het hem als dood aan Zijn voeten neervallen. O, Hem te aanschouwen en te aanbidden in een zich neerwerpend ontzag en heilige vrees!
Dit is het meest verheugende nieuws dat aan de volken kan worden gebracht: de Heere Jehova heeft, in de persoon van Zijn Zoon, de troon bestegen en Zijn grote macht ter hand genomen. Verkondig het onder de volkeren, en laten de volken zelf, als ze bekeerd zijn, hetzelfde vol vreugde herhalen. De heerschappij van Jehova Jezus is niet ergerlijk, Zijn regering kent ontelbare zegeningen, Zijn last is licht en Zijn juk is zacht. Laat boven en beneden de vreugde getoond worden. Laten de engelen, die verbluft waren door de zondigheid van de mensen, zich nu verheugen over hun berouw en terugkeer in Gods gunst, en laten de mensen zelf hun vrolijkheid vertolken bij het zien van hun ware Vorst op Zijn troon.
Het boek der schepping heeft twee kaften, en laat de heerlijkheid van de Heere op allebei als versiering worden aangebracht in letters van vreugde. Laten wij zelf het lied meezingen. Zouden wij niet blij zijn, aangezien het gehele heelal overdekt moet zijn met vreugde? Om John Howe te citeren: ‘Zouden wij niet deelnemen aan deze gemeenschappelijke, gehoorzame vreugde, en instemmen met het aanbiddende trouwe koor? Zouden wij onszelf afsnijden van deze vreugdevolle, aangename menigte? En datgene wat de hele wereld een passend gelaat en aanblik moet geven, zal dat ons gezicht alleen maar bedekt laten met wolken en een treurige droefenis?’
Overweging:
De dingen in de hemel, en de dingen op aarde, verheugen zich tezamen in de erkende zegen van de Heere des vredes.