Geef nooit die gebeden op, die Gods Geest in uw hart heeft gelegd – want bedenk, dat dat, waarom u gevraagd hebt, waard is om op te wachten. Bovendien wanneer u bidt, bent u een bedelaar en mag dus nooit de tijd uitkiezen, waarop God u verhoren zal. Bekijkt u uzelf vanuit het juiste oogpunt, dan zult u zeggen: “Het is al een wonder, dat Hij naar mij hoort, onwaardige, die ik ben. Luistert de Oneindige werkelijk naar mij? Mag ik hopen, dat Hij mij uiteindelijk verhoren zal? Dan mag ik wel blijven bidden.” Bedenk, dat het uw enige hoop is. Er is geen andere Zaligmaker. Deze of niemand – het bloed van Christus of anders de eeuwige vervloeking. En tot wie wilt u gaan, als u zich van Hem afkeert? Er is nooit iemand verloren gegaan, die om genade smeekte; daarom blijf bidden.
Bovendien, anderen hebben ook moeten wachten; koningen, aartsvaders en profeten hebben gewacht, daarom hoeft u niet te klagen wanneer u hetzelfde overkomt. Het is een eer, als Mordechaï aan de poort des konings te zitten. Blijf maar bidden – en wacht! ”O,” zegt iemand, ”dat heb ik al zo lang gedaan.” Ja, maar men kan op verschillende manieren wachten. Men kan zeggen: ”Ik heb gewacht,” en de handen vouwen en gaan slapen. Op deze manier kunt u wachten tot u verloren bent. Het wachten, dat ik bedoel, is ”het alle dingen gereed hebben,” het wachten van de zieke op de arts, terwijl hij vol pijn uitroept: ’’komt hij nog niet?” Uit naam van mijn Meester zeg ik u, dat zulken niet ledig heengezonden zullen worden. Nooit zal Hij Zijn belofte breken. Beproef Hem slechts – beproef Hem.