Er wordt gezegd – ik weet niet of het waar is – dat de verklaring van de tekst “doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.”, in een oude zonderlinge Oosterse gewoonte te vinden is. Jaren geleden zou de koning van Perzië een van z’n adellijke leiders, die iets geweldigs gedaan had, bevel gegeven hebben om zijn mond te openen. En toen hij dat gedaan had, begon de koning parels, diamanten, robijnen en smaragden in zijn mond te steken, totdat hij het zo vol had gevuld dat er niet meer bij kon. Dit zou zo nu en dan gedaan zijn aan het Oosterse hof richting grote gunstelingen, het is in ieder geval een mooie illustratie van de tekst. God zegt: “doe uw mond wijd open” en dan vult Hij het met weldaden, met onbetaalbare edelstenen die onuitsprekelijk waardevol zijn. Zou een mens zijn mond dan niet wijd opendoen als zijn mond zo gevuld zou worden? Zeker, de meest eenvoudig onder u zou daar verstandig genoeg voor zijn. Oh! laten we dan onze mond wijd opendoen wanneer we voor God pleiten. Onze behoeften zijn groot, laten we dan ook veel vragen, dan zal de vervulling ervan ook groot zijn. Ik wens dat de Heere u in het gebed een wijdgeopende mond mag geven.