Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuël geven. Jesaja 7:14
Laten we naar Bethlehem gaan om samen met de verbaasde herders en aanbiddende wijzen vol verwondering te zien op de geboren Koning van de Joden. Door het geloof staan wij in verbinding met Hem. Daarom kunnen we zingen: ‘Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven.’ Jezus is God in het vlees. Hij is onze Heere en God, en toch onze Broeder en Vriend. Laten we Hem aanbidden en bewonderen. Laten we eerst eens met elkaar kijken naar de manier waarop Hij ontvangen is. Men had vroeger nog nooit gehoord of gezien dat een maagd een zoon baarde. Na die tijd is dit ook nooit meer gebeurd. In Genesis 3 beloofde God het Nageslacht van de vrouw, niet van de man. Sinds de tijd dat de vrouw in haar onvoorzichtigheid de weg baande voor de zonde, is alleen zij degene die de Herwinner van het Paradijs voortbrengt. Door de kracht van de Heilige Geest werd onze Zaligmaker geboren zonder de smet van de erfzonde, waarmee alle mensen bevlekt zijn. Laten we eerbiedig buigen voor dit heilige Kind, dat de oorspronkelijke heerlijkheid aan de mensheid terug geeft.
Laten we vragen of Zijn gezindheid zichtbaar mag worden in ons leven. Hij is voor ons de Hoop op de heerlijkheid. We mogen daarnaast niet vergeten om te letten op Zijn nederige afkomst. Onze tekst zegt dat Zijn moeder een maagd was. Zij was geen koningin of grootgrondbezitster, maar er stroomde wel koninklijk bloed door haar aderen. Daarnaast was zij in staat om een prachtige lofzang te zingen. Toch was haar rang niet aanzienlijk, en de man met wie zij in ondertrouw was gegaan, was arm. De omgeving van de pasgeboren Koning was ellendig, maar door Zijn nederige geboorte heeft Hij de armoede geheiligd. Hij heeft mensen met een lage rang verhoogd. Elke gelovige vertoont het beeld van Christus, zowel de rijke als de arme. Maar het beeld van de arme gelovige wordt omlijst door dezelfde lijst van armoede, die het beeld van de Meester omringde.
Laten we de heerlijke geboorte van onze kostbare Heiland vooral met vreugde herdenken. Voor een vernieuwde ziel is elke dag de geboortedag van Jezus. We vinden veel vernederende elementen rondom de geboorte van onze Immanuël, maar toch is er ook veel eervols in deze omstandigheden. Wiens geboorte werd ooit door zoveel profetieën aangekondigd? Naar Wiens geboorte werd ooit door zoveel harten verlangd? Wie had een voorloper zoals Hij? Bij wiens geboorte zongen de engelen ooit liederen in de nacht? Wanneer liet God ooit een nieuwe ster aan de hemel schijnen? Naar welke wieg gingen ooit rijken en armen op pelgrimage, en waar brachten zij ooit zulke welgemeende offers? De aarde heeft alle reden om zich te verheugen! Iedereen moet zijn werk op deze dag staken om de grote geboortedag van Jezus te vieren! O Bethlehem! Huis van brood! Hier worden onze verlangens voor eeuwig bevredigd. Hij is onze lang beloofde Zaligmaker, die de Gouden Eeuw voor ons opent.
De gouden naam ‘Immanuël’ is onuitsprekelijk kostbaar. De majesteit van dit woord is zo groot, dat het alleen geschikt is voor cherubs. Maar door Gods neerbuigende liefde kunnen menselijke lippen het toch uitspreken. Voor de serafs is Hij niet wat Hij voor ons is. Hij is ‘God met ons’, in onze natuur, in ons lijden, in onze levenstaak, in ons graf. En wij zijn ‘met Hem’ in Zijn opstanding, hemelvaart, overwinning en toekomst. Het kind van Bethlehem is zichtbaar met ons in onze armoede en zwakheid. Maar we mogen niet vergeten dat Hij net zo goed met ons is in Zijn eer en heerlijkheid. Het geloof houdt dit Kind vast, en de liefde kust Hem met de kussen van haar mond. O, wat zou het heerlijk zijn als wij deze hele dag mochten doorbrengen in oprechte gemeenschap met Immanuël!