Want die Mij eren, zal Ik eren. 1 Sam. 2:30
Maak ik de eer van God tot het grote doel van mijn leven en tot de regel van mijn levensgedrag? Als ik dat doe, zal Hij mij eren. Ik zal dan misschien voor een poos geen eer ontvangen van mensen, maar God zelf zal mij eer verschaffen op de krachtigste manier. Tenslotte zal worden ervaren, dat de zekerste weg naar eer déze is: bereid te zijn te schande gemaakt te worden terwille van het geweten. Eli had de HEERE niet geëerd door zijn gezin goed te besturen, en zijn zonen hadden de HEERE niet geëerd door een gedrag, hun heilig ambt waardig, en daarom eerde de HEERE hen niet, maar nam Hij het hogepriesterschap uit hun familie weg en stelde Hij de jonge Samuël aan als bestuurder van het land in plaats van iemand uit hun geslacht. Als ik graag wil, dat mijn familie tot aanzien komt, dan moet ik de HEERE in alles eren. God staat de goddeloze wellicht toe wereldse eer te verwerven, maar de waardigheid, die Hijzelf verleent, immers heerlijkheid, eer en onsterfelijkheid, bewaart Hij voor hen, die er in heilige gehoorzaamheid voor zorgen Hem te eren. Wat kan ik op deze dag doen om de HEERE te eren? Ik wil zijn heerlijkheid bevorderen door mijn gesproken getuigenis, en door mijn gehoorzaamheid in de praktijk. Ook wil ik Hem eren met mijn bezit, en door Hem een bijzondere dienst aan te bieden. Laat ik gaan zitten nadenken, hoe ik Hem kan eren, omdat Hij mij wil eren.