Waar de kerk is, daar is God ook. Het behaagt God in Zijn barmhartigheid en neerbuigendheid, Zich uit de hoogste hemelen te buigen om in deze lagere hemel te vertoeven – de hemel van Zijn kerk. Hier, in het huisgezin van het geloof, verwaardigt Hij Zich – laat ik het met heilige eerbied zeggen – Hij buigt Zich en gaat vertrouwd om met degenen die Hij in Zijn huisgezin heeft opgenomen. Hij mag dan daarbuiten een verterend vuur zijn, maar wanneer Hij in Zijn eigen huis komt, is Hij een en al barmhartigheid, mildheid en liefde. Buiten Zijn huis doet Hij grote krachtdadige werken, maar thuis in Zijn eigen huis doet Hij grote werken van genade.