Vrees niet voor haastige schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt. Want de HEERE zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden. Spr. 3:25, 26.
Wanneer God Zich verbergt in Zijn oordelen, wil Hij Zijn volk niet verontrusten. Hij is niet gekomen om kwaad te doen, maar om de rechtvaardigen te beschermen. Hij zou willen, dat zij moed toonden. Wij, die ons verheugen in de tegenwoordigheid van God, moeten tegenwoordigheid van geest tonen. Daar de HEERE zelf plotseling kan komen, moeten wij niet verrast zijn door iets dat plotseling komt. Kalmte onder het geraas en gebulder van onverwachte onheilen is een kostbare gave van goddelijke liefde. De HEERE wil graag, dat Zijn uitverkorenen onderscheid maken, zo dat zij kunnen inzien, dat de verwoesting van de goddelozen niet een wezenlijke ramp is voor het heelal. Alleen de zonde is slecht; de straf, die erop volgt, is als een bewarend zout om de samenleving te behoeden voor bederf. Wij moeten veel meer aanstoot nemen aan de zonde, die de hel verdient, dan aan de hel, die uit de zonde voortkomt. Zo moet dan ook het volk van de HEERE een grote geestelijke rust ten toon spreiden. Satan en zijn slangenzaad zijn vol van allerlei spitsvondigheid, maar zij, die wandelen met God, zullen niet in hun bedriegelijke strikken gevangen worden. Ga verder, gelovige in Jezus, en laat de HEERE uw vertrouwen zijn.