De vrede Gods, die alle verstand te boven gaat” heeft hun harten en hun zinnen bewaard Fillipenzen 4:7
Door mijn ambt, heb ik op vele momenten godvrezende mensen in hun laatste uren meegemaakt. Dit is het getuigenis dat ik afleg: de gelukkigste personen die ik ooit heb ontmoet, zijn stervende gelovigen geweest. Ik heb noch op bruiloften, noch op jubilea, noch in momenten van bijzondere voorspoed zulke vreugdevolle mensen gezien als ik heb gadegeslagen op sterfbedden, temidden van zwakheid en pijn. De enige mensenkinderen op wie ik ooit jaloers geweest ben zijn stervende leden van deze gemeente geweest, wiens handen ik heb vastgehouden terwijl ze afreisden. Bijna zonder uitzondering heb ik in hen heilige verrukking en triomf gezien, en bij wijze van uitzondering op deze buitengewone vreugde heb ik diepe vrede gezien, die uitkwam in een kalme en gewillige bereidheid om in de tegenwoordigheid van hun God te verschijnen. Ze waren net zo gereed voor de eeuwige wereld als ze geweest zouden zijn om van hun bedden op te staan en terug te keren naar hun dagelijkse beslommeringen op maandagmorgen, zelfs toen de vreugde van de HEERE hen niet in geestvervoering of visioenen had opgeheven. De sterfbedden van de heiligen zijn grootse bewijzen voor het christelijk geloof. Het is iets om in onze laatste uren te zeggen: “Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien. ”