Een geëerde gelovige was eens zo in vervoering gebracht door
een openbaring van de liefde van zijn Heere, dat hij voelde dat zijn sterfelijk lichaam niet in staat was om meer van zulke gelukzaligheid te verdragen, en hij riep: “Wacht, Heere, het is genoeg, het is genoeg!” In de hemel zullen wij de bodemloze bron van liefde tot aan onze lippen kunnen zien, en er eeuwig van kunnen drinken. Oh, het zal een liefde zijn die onze zielen voor altijd zal doen overvloeien in het huis van onze Vader! Wie kan de vervoering, de verbazing en verrukking vertellen die die liefde in ons teweeg zal brengen? Wie kan de zoetheid van het lied raden, of de onmiddelijke gehoorzaamheid die de hemelse uitdrukkingen van volmaakte liefde zullen zijn?