Het kenmerk van een christen is zijn vertrouwen in de liefde van Christus, en het overgeven van zijn genegenheid aan Christus in ruil daarvoor. Eerst zet het geloof haar zegel op de mens door de ziel in staat te stellen met de apostel te zeggen: “Christus heeft mij liefgehad en heeft Zich voor mij overgegeven.” Dan geeft de liefde het tegenzegel, en stempelt op het hart dankbaarheid en liefde tot Jezus in ruil daarvoor. “Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.” In die grote oude tijden, die de heroïsche periode van de Christelijke godsdienst vormen, was dit dubbele teken duidelijk te zien in alle gelovigen in Jezus; zij waren mensen die de liefde van Christus kenden, en daarop steunden zoals een man kan leunen op een staf waarvan hij het vertrouwen heeft beproefd.