En Ik heb u gezegd: Gij zult hun land erfelijk bezitten, en Ik zal u dat geven, opdat gij hetzelve erfelijk bezit, een land vloeiende van melk en honing; Ik ben de HEERE, uw God, Die u van de volken afgezonderd heb! Leviticus 20:24
De Heere roept Zijn dienstknechten op tot een afgezonderd leven en omdat Hij gezag over hen heeft, moeten ze Hem gehoorzamen. Hij roept door Zijn Woord, dat gelezen of gepredikt wordt: het komt tot de individuele persoon door toepassing van de Geest van God, zodat de mens zich daaraan met blijdschap overgeeft. Hij wordt getrokken en daarom loopt hij. Zo iemand vindt het een groot genoegen Christus als zijn voorbeeld te nemen en in de voetsporen van de Heere Jezus te volgen. Het is onze zaak het voorschrift en het voorbeeld van de Heere te volgen met grote zorg en ernstige vastbeslotenheid en noch links, noch rechts af te wijken. Zo was het met Abraham gesteld. Met u ook? Omdat deze roeping van God komt, heeft die voor ons het hoogste gezag. Wij volgen onze Heere zelfs als de duisternis Hem omringt: hoewel we de weg niet kennen, kennen we de Heere en daarom volgen we Hem onvoorwaardelijk. Voor ons betekent het Woord van God meer dan de besluiten van keizers of de wetten van senatoren. Als die roeping van mensen kwam, of als die werd opgelegd door een hoge raad, of een eerbiedwaardige rechtbank, zou die in onze ogen weinig waarde hebben. Maar als Hij, Die ons geschapen en verlost heeft tot ons spreekt, dan kunnen we slechts antwoorden: ‘Help Uw knechten Uw wil te doen, want Uw wil is onze blijdschap.’