… van geslacht tot geslacht… Lukas 1:50
We gaan naar de volgende snaar, nummer zeven: Gods onveranderlijkheid. Hij Die genadig was in de tijd van Maria, is vandaag nog genadig. Hij is dezelfde God. ‘Want Ik, de Heere, word niet veranderd; daarom zijt gij, o kinderen Jakobs, niet verteerd.’ U die zich eens hebt verheugd in de Heere: denk niet dat Hij veranderd is. Hij nodigt u nog om te komen en u in Hem te verheugen. Hij is Jezus Christus, ‘gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid.’ Wat zouden we een armzalig fundament voor onze hoop hebben als God kon veranderen! Maar Hij heeft Zijn woord bevestigd met een eed, ‘opdat wij door twee onveranderlijke dingen, in welke het onmogelijk is dat God liege, een sterke vertroosting zouden hebben, wij namelijk die de toevlucht genomen hebben om de voorgestelde hoop vast te houden.’ De God van Abraham, Izak en Jakob is de God van elke gelovige. Hij is dezelfde God, willig om hetzelfde te doen en Dezelfde te zijn voor ons als voor hen. Kijk maar terug op uw eigen ervaring. Hebt u niet gemerkt dat God altijd Dezelfde is? Ga maar bij Hem protesteren als u ooit hebt gemerkt dat Hij veranderde. Is de troon der genade veranderd? Falen Gods beloften? Heeft God vergeten genadig te zijn? Zal Hij niet meer goedgunstig zijn? Ja, zelfs wanneer wij niet geloven, dan nog blijft Hij getrouw, Hij kan Zichzelf niet verloochenen. En als al het andere wegsmelt, blijft deze ene eeuwige rots staan. Daarom: ‘Mijn ziel maakt groot de Heere, en mijn geest verheugt zich in God mijn Zaligmaker.’ Het is een gezegende snaar om aan te raken!