De hemel zingt voor eeuwig. Voor de troon van God prijzen engelen en verloste zielen Zijn Naam. Maar deze wereld zingt ook; soms met het harde geluid van de rollende donder, met de kolkende zee en het grazende vee; en vaak met die stille, plechtige harmonie die uit de uitgestrekte schepping vloeit, wanneer zij in haar stilte God prijst. In de hemel zingen zij: “De Heer zij verheven, laat Zijn Naam voor eeuwig worden grootgemaakt.” En de aarde zingt hetzelfde: “Groot zijt Gij in Uw werken, o Heer! en U zij de heerlijkheid.”