En alle volken der aarde zullen zien, dat de Naam des HEEREN over u genoemd is, en zij zullen voor u vrezen. Deut.28:10
Dan kunnen wij geen reden hebben om voor hen bevreesd te zijn. Dit zou van weinig moed getuigen en eerder een teken van ongeloof dan van geloof zijn. God kan ons zó aan Hemzelf gelijk maken, dat de mensen gedwongen zullen worden in te zien, dat wij terecht Zijn Naam dragen en waarlijk bij de heilige HEERE behoren. O, dat wij deze genade mogen verkrijgen; de HEERE wacht erop om ons die te geven. Wees er zeker van, dat goddeloze mensen vrees koesteren voor ware heiligen. Zij haten hen, maar ook vrezen zij hen. Haman beefde voor Mordechai, zelfs toen hij de ondergang voor de goede man zocht. In feite komt hun haat dikwijls voort uit een vrees, die zij in hun trotsheid niet willen erkennen. Laten wij het pad van waarheid en oprechtheid volgen, zonder de minste huivering. Vrees past niet bij ons, maar bij hen, die kwaad doen en strijden tegen de HEERE der heerscharen. Als inderdaad de Naam van de eeuwige God over ons is genoemd, zijn wij veilig. Want zoals oudtijds een Romein alleen maar had te zeggen: Romanus sum, ik ben een Romein, om aanspraak te kunnen maken op de bescherming door alle legioenen van het uitgestrekte keizerrijk, zo ook heeft iedereen, die een man Gods is, de almacht als zijn bewaker, en God zal eerder de engelen uit de hemel halen dan een heilige zonder bescherming laten. Wees moediger dan leeuwen voor het recht, want God is met u.