En hij geloofde in de Heere, en Hij rekende het hem tot gerechtigheid. Genesis 15:6
Abram heeft een duidelijke uitspraak over zijn rechtvaardigmaking ontvangen. Ik vat het niet zo op dat Abram vóór die tijd niet gerechtvaardigd was. Het geloof rechtvaardigt altijd wanneer het er is en zodra het wordt geoefend. Het uitvloeisel ervan is er onmiddellijk en dat is geen nagewas dat maanden van afwachten vergt. Op het moment dat een mens waarlijk op God vertrouwt, is hij gerechtvaardigd. Toch zijn er velen gerechtvaardigd die niet weten hoe gelukkig ze zijn; voor hen is de zegen van de rechtvaardigmaking nog niet in de heerlijkheid en de overvloed van dit voorrecht opengebloeid. Sommigen van u zijn door genade geroepen uit de duisternis tot het wonderbaar licht, u bent ertoe gebracht op Jezus te zien en u gelooft de vergeving van uw zonde te hebben ontvangen, en toch weet u door gebrek aan kennis maar weinig van de heerlijke betekenis van woorden als: ‘begenadigd in de Geliefde’, Volmaakt in Christus Jezus’, Volkomen in Hem’. U bent zonder twijfel gerechtvaardigd, al begrijpt u nauwelijks wat ‘rechtvaardigmaking’ wil zeggen. U bent aangenomen, maar van uw aanneming bent u zich nog niet bewust; in Jezus Christus bent u volkomen – ook al hebt u nu een veel dieper besef van uw eigen onvolkomenheid dan van de algenoegzaamheid van Jezus. Er komt echter een tijd, dat u die geroepen bent, zich duidelijk van uw rechtvaardigmaking bewust zult worden en u erin zult verblijden. Zij zal iets worden dat u vreugde schenkt, u op een hoger niveau van bevinding tilt, en maakt dat u met vastere schreden zult lopen, met een blijdere stem zult zingen, en zult jubelen met een verruimd hart.