Die Engel, Die mij verlost heeft van alle kwaad, zegene deze jongeren, en dat in hen mijn naam genoemd worde, en de naam mijner vaderen, Abraham en Izak, en dat zij vermenigvuldigen als vissen in menigte, in het midden des lands! Genesis 48:16
Jakob had gesproken van voorouderlijke zegeningen, persoonlijke zegeningen en verlossende zegeningen en nu heeft hij het over toekomstige zegeningen, als hij uitroept: ‘Zegene deze jongeren. ’Hij begint met het zegenen van Jozef en hij eindigt met het zegenen van zijn jongens. Dierbare vrienden, als God u gezegend heeft, dan weet ik dat u graag zou willen dat God ook anderen zal zegenen. Er is een stroom van genade, diep, breed en helder: u hebt daaruit gedronken en u bent erdoor verfrist, maar die stroom is nog net zo vol als daarvoor. Die blijft maar doorstromen. U denkt toch niet dat u en ik die stroom afgedamd hebben om alles voor onszelf te houden? Nee, daar is die stroom veel te sterk en te vol voor. Die zal van eeuw tot eeuw doorstromen. God zal anderen zegenen zoals Hij ook ons gezegend heeft. Het ongeloof fluistert dat de ware kerk zal uitsterven. Geloof dat niet. Christus leeft en Zijn kerk zal met Hem leven tot de hemelen ophouden te bestaan. Heeft Hij niet gezegd: ‘Omdat Ik leef, zult ook u leven’? ‘O’, zegt u, ‘maar we zullen in de volgende generatie niet zulke heilige mensen meer zien als in het verleden.’ Waarom niet? Ik hoop dat de volgende eeuw nog veel betere mensen zal zien dan die nu onder ons leven. Bid, dat dit zo zal wezen. In de plaats van de vaderen zullen de zonen zijn, en moge zij prinsen voor de Heere zijn! De stroom van goddelijke genade zal blijven doorstromen. O, dat het onze zonen en dochters in zijn stroom mag opnemen! ‘God zegene de jongeren.’