
Gods volk kan nooit worden gestraft voor zijn zonden. God heeft hen al gestraft in de persoon van Christus. Christus, hun plaatsvervanger, heeft de volle straf voor al hun ongerechtigheden gedragen, en noch de rechtvaardigheid, noch de liefde van God kunnen ooit datgene opnieuw eisen wat Christus betaald heeft. Een kind van God kan nooit gestraft worden in de juridische zin van het woord; hij kan...