In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen wij dit of dat doen. Jakobus 4:15
Gods voorzienige wil moet altijd door ons worden geraadpleegd. Soms lijkt iets ons moreel juist, en toch weten we niet goed of we het wel of niet moeten doen. Of misschien zijn twee wegen, getoetst aan het Woord van God, beide even goed, en bent u er niet zeker van welke u moet nemen. De hoogste wijsheid is in zo’n geval te wachten tot God u uw weg duidelijk maakt door een daad van voorzienigheid. Als u aankomt op een kruising van wegen, stop dan als u het niet weet, kniel neer en verhef uw hart tot de hemel en vraag uw Vader om u de weg te wijzen. Wanneer we ons voornemen om iets te gaan doen en we er plannen voor moeten gaan maken –want ook Gods volk kan niet zonder vooruit te denken of zonder beleid– moeten we altijd met of zonder woorden zeggen: „Al mijn plannen moeten wachten tot God me een open deur geeft. Maar als dat niet zo is, zal ik stoppen en niets ondernemen.” Mijn kracht zal zijn stil te blijven zitten, tenzij mijn Meester zegt dat ik moet voortgaan.