Staat vast

Deze woorden bevatten Gods bevel aan de gelovige als hij in grote moeilijkheden verkeert. Hij kan niet terugtrekken en hij kan niet voorwaarts; links en rechts wordt hij ingesloten. Wat moet hij nu doen? Het woord van de Meester tot hem is: ‘Staat vast.’ Hij zal er goed aan doen als hij in zulke tijden alleen maar naar het woord van de Meester luistert, want ook andere en slechte adviseurs komen met hun raadgevingen. Wanhoop fluistert: ‘Ga liggen en sterf; geef het op.’ Maar God wil dat we moed houden en ons zelfs in onze slechtste momenten verblijden in Zijn liefde en trouw. Lafhartigheid zegt: ‘Trek terug; ga terug naar de wereldse manier van handelen; u kunt zich niet als een christen gedragen, dat is veel te moeilijk. Laat uw principes varen.’ Maar hoezeer satan ook probeert u die weg op te sturen, als u een kind van God bent, kunt u die niet volgen. Haast roept uit: ‘Doe iets. Opschieten. Als u blijft staan, loopt het helemaal mis.’ We moeten onmiddellijk iets doen — we moeten wel, denken we — in plaats van naar de Heere op te zien, Die niet alleen iets wil doen, maar alles. Aanmatigend zegt: ‘Als u de zee voor zich hebt, stap er dan in en hoop op een wonder.’ Maar Geloof luistert niet naar Aanmatigend noch naar Wanhoop, noch naar Lafhartigheid, noch naar Haast, maar zij hoort God zeggen: ‘Staat vast’, en ze blijft onbeweeglijk als een rots staan. ‘Staat vast!’ – neem de houding aan om onmiddellijk in actie te komen en verwacht met blijdschap en geduld nieuwe orders die u de weg zullen wijzen; het zal niet lang duren totdat God tot u even duidelijk als tot Mozes zal zeggen: ‘Trek voort.’