De Heere weegt de harten. Spr. 21:2
Bij de Hebreeën beschouwt men het hart als de bron van vernuft, verstand, moed, smart, genot en liefde. Wij bepalen het meestal tot de gewaarwordingen, en in het bijzonder de aandoeningen; en deze zijn ook inderdaad van zoveel gewicht, en oefenen zo’n grote invloed uit, dat wij ze met recht het hart van het leven van de mensen mogen noemen.
Nu kunnen wij in het hart niet lezen en nog veel minder kunnen wij het hart wegen. Wij kunnen onze medemensen slechts beoordelen naar hun daden; maar over hun beweegredenen, hun wezenlijke toestand voor God kunnen wij niet oordelen en dat hoeven wij ook niet. Maar de Heere kan ze even gemakkelijk naar hun waarde schatten, als een goudsmid de waarde bepaalt van goud of zilver door het te wegen. Hij weet alle dingen; maar het behaagt Hem, om het nauwkeurige van zijn onderzoek aan te duiden door de beeldspraak van wegen te gebruiken. Hij wordt niet beheerst door de publieke opinie, noch bewogen door schone woorden; maar Hij legt alles op de weegschaal, gelijk de mensen doen met zeer kostbare stoffen, of met dingen, waarin zij bedrog vermoeden. De toetsingen van de Heere zijn nauwkeurig en grondig. De sikkel van het heiligdom was de standaard, waarbij alle andere gewichten vergeleken en waarnaar zij geregeld moesten worden. De wet van de Heere is de maatstaf van de zedelijkheid. Gods weegschalen zijn altijd in orde en altijd zuiver.
I. Het wegen van de harten.
1. God heeft dit reeds gedaan. De bedoelingen, de gedachten, de woorden en de daden van een iegelijke mens worden reeds op het eerste ogenblik van zijn bestaan op de schaal gelegd. God wordt voor geen enkel ogenblik misleid of bedrogen.
2. Door de wet, onder welke wij leven, worden wij dagelijks in het openbaar en in de binnenkamer gewogen en door onze ongehoorzaamheid komt het te lichte gewicht van onze natuur, het gebrek van ons hart aan het licht.
3. Beproevingen zijn voorname toetsstenen. Ongeduld, opstand, wanhoop, afkerigheid, afval zijn op zware beproeving of vervolging gevolgd.
4. Voorspoed, eer en aanzien, rijkdom zijn schalen, waarin menigeen gewogen en te licht wordt bevonden. Lof brengt hoogmoed te voorschijn, rijkdom brengt wereldsgezindheid teweeg en de tekortkomingen van de mensen worden ontdekt. (Spr. 27:21).
5. Grote crises in ons eigen leven, in gezinnen, in godsdienstige denkbeelden, in publieke aangelegenheden, enz. zijn schaal en gewicht. Als alles zijn gewone gang gaat, is het moeilijk om iemands hart te leren kennen.
6. De waarheid is altijd hartontdekkend. Nadat Jezus een zekere leer was begonnen te prediken, hebben sommigen Hem verlaten. De harten worden gewogen naar de wijze, waarop zij de waarheid behandelen. Als zij Gods Woord weigeren aan te nemen, worden zij door dat Woord geoordeeld.
7. Het ogenblik na de dood en vooral het algemene oordeel, zullen tijden zijn van een wegen van de harten.
II. Welke harten gewogen worden.
Zij zijn zeer verscheiden, maar zij kunnen over het algemeen in drie klassen worden verdeeld, waarbij wij zullen verwijlen, hopende, dat onze hoorders voor zichzelf zullen oordelen.
Harten, die reeds dadelijk te licht worden bevonden.
Het natuurlijk hart. Daartoe behoren allen, die nog geen verandering hebben ondergaan, zelfs zij, die men “door en door goed” noemt.
Het dubbelzinnige hart. Onbeslist, van tweeerlei zin en mening “Hun hart is verdeeld, nu zullen zij schuldig bevonden worden.” (Hos. 10:2. (1)
Het harteloze hart. Geen beslistheid, geen geestkracht, geen ernst. Hij is “een botte duif, zonder hart.” (Hos. 7:11).
Het verdorve hart. Rebellerend, eigenzinnig, zondig.
Het onvaste hart. Indrukken vergeten, beloften verbroken, enz.
Het trotse hart. Eigengerechtig, gerust, aanmatigend, uittartend.
Het harde hart. Onbewogen door liefde of door vrees. Hardnekkig. Weerstaande de Heilige Geest.
2. Harten, die bij een nader zwegen, te licht worden bevonden.
“Een ander hart,” zoals Saul had. Een nieuwe wijze van mening; maar geen nieuwe natuur.
Een vernederd hart, gelijk dat van Achab, toen Elia zijn val had geprofeteerd. Vernederd, maar niet nederig, omgekeerd, doch niet bekeerd van ongerechtigheid.
Een bedrogen hart. Het waant zich goed, maar is het niet.
3. Harten, die het gewicht houden.
Het sidderend hart: boetvaardig, bevreesd voor zonde, enz.
Het tedere hart: gevoelig, liefdevol, verlangend.
Het verbroken hart: treurend, kwijnend, ootmoedig.
Het reine hart: alleen liefhebbende hetgeen goed en rein is, treurende over de zonde in zichzelf en in anderen, smachtende naar heiligheid.
Het oprechte hart: waar, rechtvaardig, enz.
Het volkomen hart: ernstig, eerlijk, vastberaden, toegewijd, innig, vereend, enz.
Het bereide hart: onbewogen, standvastig, enz.
Is uw hart bereid om te worden gewogen? Koestert gij geen vrees voor de laatste proefneming? Hebt gij goede gronden voor die gerustheid?
1) Naar de Engelse overzetting en de kanttekening op de Staten–Bijbel.
Is Jezus door het geloof op de troon uws harten geplaatst? Zo ja, dan behoeft gij het wegen niet te vrezen. Zo nee, wat zult gij dan doen, als de Koning met zijn laatste weegschaal zal komen?
(1) Naar de Engelse overzetting en de kanttekeningnen op de Statenbijbel.