Het boek van de natuur is een uitdrukking van Gods gedachten. We zien Gods vreselijke gedachten in de donder en de bliksem; Gods liefdevolle gedachten in de zonneschijn en de zwoele bries; Gods vrijgevige, verstandige, voorziene gedachten in de wuivende oogst en in het rijpend koren. We hebben God’s heerlijke gedachten in de wonderlijke taferelen die vanaf de bergtop en het dal worden aanschouwd; en we hebben God’s zoetste en aangenaamste gedachten van schoonheid in de kleine bloemetjes die aan onze voeten bloeien. “God geeft ons alle dingen om van te genieten.”