7 Gij hebt geen lust gehad aan slachtoffer en spijsoffer; Gij hebt mij de oren doorboord; brandoffer en zondoffer hebt Gij niet geëist. 8 Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de rol des boeks is van mij geschreven. 9 Ik heb lust, o mijn God! om Uw welbehagen te doen; en Uw wet is in het midden mijns ingewands. 10 Ik boodschap de gerechtigheid in de grote gemeente; zie, mijn lippen bedwing ik niet; HEERE! Gij weet het. 11 Uw gerechtigheid bedek ik niet in het midden mijns harten; Uw waarheid en Uw heil spreek ik uit; Uw weldadigheid en Uw trouw verheel ik niet in de grote gemeente.
Onze Heere was volkomen bereid Zijn Vaders wil te horen en uit te voeren. Wij leren hieruit dat Jehova veel meer waarde hecht aan gehoorzaamheid van het hart dan aan alle imponerende handelingen van een eredienst vol rituelen; en dat de verzoening van onze zonden ons niet ten deel valt als resultaat van een ingewikkeld ritueel, maar als de uitwerking van de gehoorzaamheid van onze grote Plaatsbekleder aan de wil van Jehova.
Zie, o hemel en aarde, en gij plaatsen onder de aarde! Ga zitten en zie met bewogenheid toe, want de onzichtbare God komt in de gelijkenis van zondig vlees, en als zuigeling bevindt de Oneindige zich aan de borst van een maagd! Immanuël stuurde niet, maar kwam Zelf; Hij kwam in eigen persoon, in alles wat Zijn wezenlijke Zelf uitmaakte, tevoorschijn uit de ivoren paleizen naar de oorden van ellende; Hij kwam prompt op het bestemde uur; Hij kwam met heilige opgewektheid als iemand die zich vrijwillig aanbiedt. Aldus is het vastgelegd in het eeuwig raadsbesluit. De verborgen boekrol der voorbestemming die de Voorzienigheid geleidelijk ontrolt, bevatte, zoals de Verlosser wist, een schriftelijk verdrag dat de Heilige in de volheid der tijd naar de aarde zou afdalen om een doel te bereiken dat honderden offers van stieren en rammen niet konden bereiken. Wat een voorrecht om onze namen in het boek des levens geschreven te vinden, en wat een eer, want de naam van Jezus staat bovenaan! Onze Heere eerbiedigde Zijn oude verdragsverplichtingen, en daarmee leert Hij ons dat wij strikt rechtvaardig moeten zijn door het houden van ons woord. Hebben we het zo beloofd, is het zo geschreven in het boek der gedachtenis? Laten wij onze verplichtingen altijd nakomen.
Alleen onze Heere kon de wil van God volledig doen. De wet is zo veelomvattend dat wij, arme schepselen die wij zijn, niet kunnen hopen hem geheel en al te vervullen. Jezus dééd echter Zijn Vaders wil niet alleen, Hij vond er ook behagen in het te doen. Van alle eeuwigheid had Hij verlangd naar het werk dat Hem wachtte; in Zijn menselijk bestaan werd Hij tegengehouden totdat Hij de doop van de zielenstrijd bereikte waarbij Hij de wet verheerlijkte, en zelfs nog in Gethsémané koos Hij de wil van de Vader, en schoof Hij die van Hemzelf opzij. Hierin ligt de essentie van de gehoorzaamheid, namelijk in de vrolijke toewijding van de ziel aan God; en de gehoorzaamheid van onze Heere, die onze rechtvaardigheid is, mist deze voortreffelijke eigenschap geenszins.
Ondanks Zijn onmetelijk leed, vond onze Heere lust in Zijn taak, omdat Hij voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen, en schande veracht. Christus kwam niet met een uitwendige, formele toewijding; Zijn hart lag in Zijn werk, heiligheid was Zijn element, de wil van de Vader Zijn eten en drinken. Ieder van ons moet hierin zijn als onze Heere, anders is er geen bewijs dat wij Zijn discipelen zijn. Waar er geen hartelijke inzet, geen genoegen, en geen lust in Gods wet is, kan er geen aanneming zijn. Laat de gelovige lezer de Verlosser aanbidden om de spontane en hartelijke manier waarop Hij het grote werk van onze verlossing op Zich nam.
Overweging:
De ware weg van de rechtvaardiging van zondaars door het geloof, is een juweel dat zo kostbaar en noodzakelijk voor arme zielen is, dat het niet verborgen dient te worden.