8 De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende. 9 De bevelen des HEEREN zijn recht, verblijdende het hart; het gebod des HEEREN is zuiver, verlichtende de ogen. 10 De vreze des HEEREN is rein, bestaande tot in eeuwigheid, de rechten des HEEREN zijn waarheid, samen zijn zij rechtvaardig. 11 Zij zijn begeerlijker dan goud, ja, dan veel fijn goud; en zoeter dan honig en honigzeem. 12 Ook wordt Uw knecht door dezelve klaarlijk vermaand; in het houden van die is grote loon. 13 Wie zou de afdwalingen verstaan? Reinig mij van de verborgene afdwalingen. 14 Houd Uw knecht ook terug van trotsheden; laat ze niet over mij heersen; dan zal ik oprecht zijn en rein van grote overtreding. 15 Laat de redenen mijns monds, en de overdenking mijns harten welbehagelijk zijn voor Uw aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser!
Hij verklaart dat de wet die door God is gegeven, volmaakt is, en toch had David slechts een heel klein deel van de Schriften. Wanneer een fragment, en nog wel het duisterste en meest historische deel, volmaakt is, hoe moet het gehele werk dan wel niet zijn? Hoeveel meer dan volmaakt is het boek dat het duidelijkst mogelijke vertoon van goddelijke liefde bevat, en ons een heldere kijk geeft op de verlossende genade! Het Evangelie is een volledig schema of wet van genadige verlossing, het biedt de behoeftige zondaar alles waar zijn kwellende behoeften mogelijkerwijs om vragen. Er zijn geen overtolligheden en geen tekorten in het Woord van God, en in het plan van de genade. Waarom proberen mensen dan deze lelie te schilderen en dit fijne goud te vergulden?
Het Evangelie is volmaakt in al zijn onderdelen, en het is volmaakt als geheel; het is een misdaad er iets aan toe te voegen, verraad het te veranderen, en een misdrijf er iets aan af te doen. De praktische uitwerking van het Woord van God is dat de mens komt tot zichzelf, tot God, en tot heiligheid; deze omkering of bekering is niet enkel uitwendig, ook het hart wordt vernieuwd. Het grote middel bij de bekering van zondaars is het Woord van God, en hoe nauwer wij ermee in contact blijven in onze dienst van God, hoe waarschijnlijker dat wij zullen slagen. Het is Gods Woord, niet het commentaar van mensen op Gods Woord, dat machtig werkt in harten.
Zijn voorschriften en bepalingen zijn gebaseerd op rechtvaardigheid, en bieden precies wat goed en geschikt is voor het denken van de mens. Zoals een arts het juiste medicijn geeft, en een raadgever het juiste advies, zo werkt het Boek van God ook.
Vuil brengt verval, maar reinheid is de grote vijand van verderf. De genade van God in het hart is een zuiver beginsel, een duurzaam en onaantastbaar beginsel, dat een tijd in de verdrukking kan zitten, maar niet totaal vernietigd kan worden.
De bijbelse waarheid verrijkt het hart in de hoogste mate. De metafoor wint aan kracht naarmate hij zich ontvouwt; goud – fijn goud – veel fijn goud; goed, beter, best, en daarom moet het niet zomaar begeerd worden met de gretigheid van een vrek, maar sterker nog. Daar een geestelijke schat waardevoller is dan louter stoffelijke rijkdom, moet hij met meer gretigheid worden begeerd en gezocht. Mensen hebben het over massief goud, maar wat is zo massief als massieve waarheid? Uit liefde voor goud wordt plezier afgezworen, comfort opgegeven en levensgevaar geriskeerd; moeten wij niet bereid zijn evenveel over te hebben voor de waarheid?
De naam van onze naaste Bloedverwant, onze Goël of Verlosser, zorgt voor een zegenrijk einde van de psalm; hij begon met de hemel, maar hij eindigt met Hem Wiens heerlijkheid hemel en aarde vervult. Heilige Bloedverwant, geef dat wij nu aangenaam mogen mediteren over Uw allerheerlijkste liefde en tederheid.
Overweging:
Oude mensen zijn allemaal voor nut, jonge mensen voor plezier; hier is goud voor de een, ja, het fijnste goud in grote hoeveelheid; hier is honing voor de ander, ja, nieuwe honing die van de honingraat druipt.