Doch haar modderige plaatsen en haar moerassen zullen niet gezond worden, zij zijn tot zout overgegeven. Ezechiël 47:11
In geen geval mogen we de moerassen worden waarover de tekst spreekt. Bepaalde stukken land werden door de rivier en de zee overspoeld, maar later bleven ze verlaten liggen naarmate de stroom zich terugtrok. Ze waren geen zee en geen droge grond, maar wel moeras. Pas daarvoor op! De afschuwelijkste wezens buiten de hel zijn christenen die niet in waarheid christen zijn – en dat zijn er heel veel. Ze hebben de naam dat ze leven, maar ze zijn dood. Ze hebben geen liefde tot de mens, geen liefde tot God, geen ijver voor de eer van Christus – en toch zeggen ze christenen te zijn. Pas op voor mensen die zich veel op hun belijdenis laten voorstaan, en een onheilig leven leiden. Het zijn torenkraaien die zich beplakt hebben met pauwenveren – en op een dag zullen ze van heel hun vederbos worden ontdaan. Het zijn geen kinderen van de levende God, maar kinderen van de duivel. Als men hen voor de Rechter zal brengen, opdat hun werkelijke afkomst openbaar zal komen, zullen ze in stukken geslagen worden. Dat zal de grote Salomo bevelen. O, dat u en ik in waarheid uit God geboren kinderen zouden zijn! Dat we nooit bij de bastaards zouden horen die heiden noch jood, christen noch buitenstaander zijn! We moeten acht slaan op de stem van de profeet: ‘Zo de Heere God is, volgt Hem na, en zo het Baal is, volgt hem na.’ Alle zegen die ooit van de hemel komt, zal nooit neutrale mensen behouden, want ‘haar modderige plaatsen en haar moerassen zullen niet gezond worden, zij zijn tot zout overgegeven.’ God verlosse ons van die vloek, om Jezus Christus’ wil! Amen.