Zeg dat zij verder moeten trekken
Toen zei de HEERE tegen Mozes: Wat roept u tot Mij? Spreek tot de Israëlieten en zeg dat zij verder moeten trekken. (Exodus 14:15) Lees verder Mattheüs 28:16—20. Hoe vaak horen we mensen ...
Lees verderToen zei de HEERE tegen Mozes: Wat roept u tot Mij? Spreek tot de Israëlieten en zeg dat zij verder moeten trekken. (Exodus 14:15) Lees verder Mattheüs 28:16—20. Hoe vaak horen we mensen ...
Lees verderOm de arbeid van Zijn ziel zal Hij het zien, en verzadigd worden; door Zijn kennis zal Mijn Knecht, de Rechtvaardige, velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen. Jes. 53:11 God ...
Lees verderEn Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. (Markus 9:23) Lees verder Romeinen 4:13—23. Geloof bestudeerd de belofte — de afstraling van Gods genade, ...
Lees verderEen van de vurige pijlen van de duivel is deze, als hij zegt: "Je hebt de onvergeeflijke zonde begaan." Oh! deze pijl heeft menig hart doorboort, en het is erg moeilijk om ...
Lees verderEn alle kastijding als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid degenen die door haar ...
Lees verderWees mij tot een sterke Rotssteen Psalm 31:3 Er is een oud verhaal over een duif die op een klagende toon de andere vogels te hulp riep. De havik was namelijk een ...
Lees verderEn wat de allesovertreffende grootheid van Zijn kracht is aan ons die geloven, overeenkomstig de werking van de sterkte van Zijn macht, die Hij gewerkt heeft in Christus, toen Hij Hem uit ...
Lees verderJakob ging ook zijns weegs; en de engelen Gods ontmoetten hem. En Jakob zeide, met dat hij hen zag: Dit is een heerleger Gods! en hij noemde de naam van die plaats ...
Lees verderKeer terug, keer terug, o Sulammith! Keer terug, keer terug, zodat wij u kunnen zien! Wat ziet u toch aan Sulammith? Zij is als een reidans van twee legers.(Hooglied 6:13)Â Lees verder Romeinen ...
Lees verderEn aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken. Waar er nu vergeving voor is, is er geen offer voor de zonde meer nodig. (Hebreeën 10:17—18) Lees verder ...
Lees verder© Het Spurgeon Archief | Anno Domini 2024