2 Kon. 17:25-33-34†– Van gemengd ras
En het geschiedde in het begin van hun woning aldaar, dat zij de Heere niet vreesden, zo zond de Heere leeuwen onder hen, die enkele van hen doodden. 2 Kon. 17:25 Zij ...
Lees verderEn het geschiedde in het begin van hun woning aldaar, dat zij de Heere niet vreesden, zo zond de Heere leeuwen onder hen, die enkele van hen doodden. 2 Kon. 17:25 Zij ...
Lees verderToen antwoordde Job de Heere en zei: Zie, ik ben te gering. Job 39:36 en 37 Verder lezen: Galaten 5:13-24 Als we in Jezus Christus geloven, zijn al onze zonden vergeven. Toch ...
Lees verder(De tafel der losbandigen) Werp een blik ter waarschuwing op het feesthuis dat Satan heeft gebouwd; want zoals de opperste wijsheid haar huis heeft gebouwd en haar zeven pilaren heeft gehouwen, zo ...
Lees verderIk zal niet sterven maar leven, en Ik zal de werken des HEEREN vertellen. De HEERE heeft mij wel hard gekastijd, maar Hij heeft mij ter dood niet overgegeven. Psalmen 118:17, 18 ...
Lees verderEn ik zag tronen, en zij zaten daarop; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen van hen die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus en om het ...
Lees verderThans zou ik een eenvoudig woord wensen te spreken tot hen, die wel kennis hebben aan de rechtvaardigmaking door het geloof, hetwelk is in Christus Jezus, maar wier moeilijkheid daarin bestaat dat ...
Lees verderEn zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. Lukas 2:7 Het was nodig dat ...
Lees verderHet oordeel over de verborgen dingen In de dag wanneer God de verborgen dingen der mensen zal oordelen door Jezus Christus, naar mijn Evangelie. Romeinen 2:16 Niemand van ons kan vertellen wat ...
Lees verderWanneer iemand ernstig over de striemen van Jezus nadenkt, remmen zij de geestelijke wanorde. Deze mens ziet zijn Heere lijdend voor ogen en een stem zegt tot zijn opkomende lusten: "Tot hiertoe ...
Lees verderMijn ziel is als een gespeend kind in mij. Israël hope op de HEERE, van nu aan tot in der eeuwigheid. Psalm 131:2b en 3 Niet al Gods kinderen zijn even snel gespeend. ...
Lees verder© Het Spurgeon Archief | Anno Domini 2024