Toen Jezus Christus kwam om Zijn tempel te bouwen, vond Hij geen berg om hem op te bouwen; Hij had geen berg in onze natuur, Hij moest een berg vinden in de Zijne, en de berg waarop Hij Zijn Kerk heeft gebouwd is de berg van Zijn eigen onveranderlijke genegenheid, Zijn eigen sterke liefde, Zijn eigen almachtige genade en onfeilbare waarachtigheid. Dit is de berg waarop de Kerk is gebouwd, en hierop zijn de fundamenten gegraven en de grote stenen in de geulen gelegd met eden, beloften en bloed om ze veilig te stellen, ook al zou de aarde wankelen en de hele schepping in verval raken.