Die bij Jezus gekomen waren… zeiden: Hij is het waard dat U dat voor hem doet, want hij heeft ons volk lief en heeft zelf de synagoge voor ons gebouwd. En Jezus ging met hen mee, maar toen Hij niet ver meer van het huis was, stuurde de hoofdman enkele vrienden naar Hem toe om tegen Hem te zeggen: Heere, doe geen moeite, want ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt… maar spreek een woord en mijn knecht zal genezen zijn… Toen Jezus dit hoorde… zei Hij: Ik heb zelfs in Israël zo’n groot geloof niet gevonden.(Lukas 7:4—9) Lees verder Spreuken 26:28—28:2.
Deze hoofdman had zeker een goede reputatie. We zien het niet vaak dat twee karaktereigenschappen in zo’n sierlijke harmonie met elkaar vermengd worden. Anderen hadden ontzag voor hem en toch was hij zo nederig. Er zijn mensen die laag van zichzelf denken, en dat hebben ze niet verkeerd want de hele wereld kijkt op hen neer. Anderen voelen zich heel wat, maar hoe bekender ze zijn hoe minder ze geprezen worden. Ook is het niet ongewoon dat iemand die door de wereld geprezen en gestreeld wordt, groot van zichzelf gaat denken. Ze bekleden zichzelf met trots en omhullen zichzelf met ijdelheid omdat ze op een of andere manier, terecht of onterecht, ontzag gewekt hebben bij anderen. Maar er zijn maar weinig mensen die de gelukkige combinatie hebben van deze tekst. De oudsten zeggen van de hoofdman dat hij het waard is, maar zelf zegt hij: “ik ben het niet waard dat U onder mijn dak komt.” Ze prijzen hem omdat hij een huis gebouwd heeft voor de Heere maar hij denkt dat hij het niet waard is dat Christus onder zijn dak zal komen. Zij pleiten op zijn verdiensten maar hij pleit op zijn tekortkomingen. Daarom ziet hij af van wat Hij van zichzelf voelt en denkt en doet hij een beroep op de kracht van Christus. Oh, dat jij en ik die gezegende combinatie mogen hebben. Dat we ontzag wekken bij anderen, voor zover we dat met integriteit, oprechtheid en wilskracht kunnen, terwijl we tegelijkertijd nederig wandelen met God
Ter overdenking
Een goede reputatie bij anderen en de afwezigheid van trots zijn de kenmerken die we bij kerkleiders moeten vinden (1 Timotheüs 3:6—7). Dat moet ook het streven zijn van elke gelovige (Mattheüs 5:3, 16).
Preek 600, 20 februari (Onbekende datum)