Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Om te doen zitten bij de Prinsen. Psalm 113:8
Onze geestelijke voorrechten zijn hoogst verheven. “Bij de prinsen” is de plaats van een uitgezocht gezelschap. “In waarheid, onze gemeenschap is met de Vader en met zijn Zoon, Jezus Christus.” Er is geen uitgelezener gezelschap dan dit! Wij zijn een uitverkoren geslacht, een bijzonder volk, een koninklijk priesterdom. Wij zijn gekomen tot de algemene vergadering, tot de kerk van de eerstgeborenen, wier namen geschreven staan in de hemel. De heiligen hebben koninklijke voorrechten; prinsen hebben toegang tot de koning, waar de mindere man op een afstand moet blijven. Het kind van God ziet de hemel voor zich geopend. “Want door Hem hebben wij beide de toegang door één geest tot de Vader.” Laat ons met vrijmoedigheid toegaan, zegt de apostel tot de troon van de genade. Bij prinsen is overvloed van rijkdom; maar wat is de overvloed van de prinsen, vergeleken met de rijkdom van de gelovigen? Want “alle dingen zijn van uw, en gij zijt van Christus en Christus is van God.” “Hij, die zijn eigen Zoon niet spaarde, maar Hem overgaf voor ons allen, hoe zou Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?” Prinsen hebben een bijzonder gezag. Een prins van het hemelrijk heeft een grote invloed; Hij zwaait de scepter in zijn eigen gebied; Hij zit op Jezus’ troon, “want hij heeft ons Gode koningen en priesters gemaakt, en wij zullen eeuwig heersen.” Wij gebieden over het verenigd Koninkrijk van tijd tot eeuwigheid. Prinsen, andermaal, genieten bijzondere eer. Wij mogen op alle aardse grootheid neerzien van de hoogte, waarop de genade ons gesteld heeft. Want wat is menselijke grootheid bij deze? Hij heeft ons verheven en ons doen plaats nemen in de hemel, in Christus. Wij hebben deel aan de glorie van Christus, en vergeleken bij die, is alle aardse luister onze aandacht niet waardig. De gemeenschap met Jezus is een rijker kleinood, dan aan een immer enig blinkend vorstelijk diadeem. Vereniging met de Heere is een kroon van schoonheid, welke allen koninklijken luister ver overtreft.