Gelijk de HEERE de kinderen Israels bemint. Hosea 3:1
Gelovige, kijk eens terug op al uw bevindingen en denk eens terug aan de weg waarop de Heere, uw God, u in de woestijn geleid heeft; hoe Hij u iedere dag gevoed en gekleed heeft; hoe Hij uw slechte gedragingen, uw opstandigheid en uw verlangen naar de vleespotten van Egypte verdragen heeft; hoe Hij de rots heeft geopend om u te drinken te geven en u met het manna uit de hemel gevoed heeft. Bedenk hoe Zijn genade in al uw beproevingen genoeg is geweest; hoe Zijn bloed genoegzaam is voor de vergeving van al uw zonden; hoe Zijn stok en Zijn staf u vertroost hebben. Als u zo hebt teruggekeken op de liefde van de Heere, kijk dan door het geloof naar de liefde van de Heere in de toekomst, want bedenk dat het verbond en het bloed van Christus niet slechts betrekking hebben op het verleden. Hij Die u heeft liefgehad en u vergeven heeft, zal nooit ophouden u lief te hebben en u te vergeven. Hij is de Alfa en Hij zal ook de Omega zijn: Hij is de Eerste en Hij zal ook de Laatste zijn. Herinner u daarom dat, als u door het dal van de schaduw des doods zult gaan, u geen kwaad hoeft te vrezen, want Hij is bij u. Als u in de koude stroom van de Jordaan zult staan, hoeft u niet bang te zijn, want de dood kan u niet scheiden van Zijn liefde; en als u de geheimen van de eeuwigheid zult binnengaan, hoeft u niet te beven, ‘want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heere’ (Rom. 8:38-39).