Niet alleen toen je in de wereld geboren werd, heeft Christus je liefgehad, maar Zijn verlangens waren met de mensenkinderen, voordat er mensenkinderen waren. Vaak dacht Hij aan hen; van eeuwigheid tot eeuwigheid had Hij Zijn genegenheid op hen gevestigd. Ik ben er zeker van dat Hij mij niet zo lang zou hebben liefgehad als hij niet een onveranderlijke Minnaar was geweest. Als Hij moe van mij kon worden, zou Hij mij al lang beu geweest zijn. Als Hij mij niet had liefgehad met een liefde zo diep als het leven en zo sterk als de dood, zou Hij zich al lang van mij hebben afgekeerd. Oh, vreugde boven alle vreugde, te weten dat ik zijn eeuwige en onvervreemdbare erfenis ben, aan Hem gegeven door Zijn Vader.