Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. (1 Korinthe 15:19) Lees verder Titus 2:11—14.
Het meest nuttige in dit leven is de hoop op leven na de dood. En de tekst leert dit. Precies dat weerhoudt ons ervan beklagenswaardig te zijn. En als je iemand ervan weerhoudt beklagenswaardig te zijn, doe je hem een groot goed. Want wat heb je aan een beklagenswaardige Christen? Verstop hem zodat niemand hem kan zien. Verpleeg hem in het ziekenhuis want hij is niet nuttig op het werkveld. Laten we een klooster bouwen en daar alle beklagenswaardige Christenen in stoppen. Daar mogen ze genade overdenken tot ze leren lachen, want de wereld kan ze niet gebruiken. Maar de man die hoop heeft op leven na de dood doet krachtige dingen, want de vreugde van de Heere is onze kracht. Hij gaat machtig tegen de verleidingen in, want de hoop op leven na de dood stoot de vurige pijlen van de tegenstander af. Hij werkt zonder beloning in dit leven want hij kijkt uit naar de beloning in het leven na de dood. Hij kan terechtwijzingen verdragen en sterven als iemand waarover veel kwaadgesproken is, want hij weet dat God Zijn uitverkorenen, die dag en nacht tot Hem roepen, zal wreken. Door de Geest van God is de hoop op leven na de dood de meest sterke kracht voor de deugd. Het is de fontein van vreugde. Het is het kanaal van de nuttigheid. Het is voor de Christen als wat voedsel is voor de vitale kracht van alle andere schepselen. Laat het van ons niet gezegd worden dat we alleen maar van de toekomst dromen en het heden vergeten, maar laat de toekomst ons heden heiligen tot het grootste nut.
Ter overdenking
Het was deze hoop die het leven van de Oud Testamentische helden tekende (Hebreeën 11:10,13–16,35). Wat hebben ze veel in dienst van de Heere gedaan! Wie zou ze ervan durven beschuldigen dromers te zijn zonder op aarde nuttig te zijn?
Preek 562, 27 maart 1864