… maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven. Habakuk 2:4
Luther, en ook Johannes Calvijn hebben vaak gezucht om de rust van de hemel, want ze hielden niet van de strijd waarin ze verwikkeld waren. Ze zouden blij zijn geweest als ze in vrede de kudde Gods op aarde hadden kunnen weiden, om daarna de rust binnen te gaan. Deze mannen verkeerden met God in heilige vrijmoedigheid en gelovig gebed, want anders hadden ze niet eens kunnen leven. Het geloof van Luther greep het kruis van onze Heere aan, en het wilde er niet bij vandaan. Hij geloofde de vergeving der zonden en kon het zich niet veroorloven daaraan te twijfelen. Hij had het anker uitgeworpen in de Heilige Schrift en alle bedenksels van geestelijken en alle tradities van het voorgeslacht verworpen, en nooit is er bij hem onzekerheid geweest of het geloof wel zou overwinnen wanneer aarde en hel zich ertegen verenigden. Toen hij op zijn sterfbed lag, heeft zijn oude vijand hem fel aangevallen, maar toen men hem vroeg of hij bij hetzelfde geloof bleef, was zijn ‘ja’ duidelijk genoeg. Ze hadden het hem niet hoeven te vragen; ze hadden er zeker van kunnen zijn. En nu wordt de waarheid die Luther verkondigde nog steeds gepreekt, en dat zal zo blijven tot onze Heere Zelf komt. Dan zal de heilige stad geen kaars nodig hebben, noch het licht van de zon, omdat de Heere Zelf het Licht van Zijn volk zal zijn; maar tot die tijd moeten we het licht van Evangelie laten schijnen zo veel we kunnen. Broeders, laten we daarbij blijven, en dat ook wij, net als Luther, door het geloof zullen leven. Moge God de Heilige Geest meer van dat geloof in ons werken. Amen, ja amen.