De HEERE, onze God, zij met ons, gelijk als Hij geweest is met onze vaderen; Hij verlate ons niet, en begeve ons niet. 1 Koningen 8:57
O, christen, twijfelt u eraan of God Zijn beloften zal vervullen? Zullen rotsformaties door stormen verplaatst worden? Zullen de voorraadschuren van de hemel leegraken? Denkt u dat uw hemelse Vader niet weet dat u voedsel en kleding nodig heeft? Denkt u dat Hij u zal vergeten? Als er geen musje ter aarde valt zonder de wil van uw Vader en de haren van uw hoofd alle geteld zijn, zult u Hem dan niet vertrouwen of aan Hem twijfelen? Hoevelen zijn er niet die tot het uiterste beproefd zijn, totdat zij er uiteindelijk toe gedreven worden geloof in God te oefenen en op het moment dat zij hun vertrouwen op God stelden, werden zij bevrijd. De gelovige legt zijn ziel in de handen van God; die ziel is van God en behoort Hem toe. Tot nu toe heeft Hij die onderhouden, Hij is in staat die te bewaren en het is dan ook zeer gepast Hem die toe te vertrouwen. In Zijn handen zijn alle dingen veilig; wat we de Heere toevertrouwen, zal zeker bewaard worden, zowel nu als in de dag der dagen, waarheen we ons haasten. Als we rusten in de zorg van de Hemel, kunnen we in vrede leven en in heerlijkheid sterven. We moeten ons te allen tijde toevertrouwen aan Jezus’ handen; dan zal onze ziel, hoewel ons leven aan een zijden draad kan hangen en onze tegenstanders als het zand der zee vermenigvuldigd kunnen worden, gerust wonen en zich verheugen in stille rust.