Dewelke hebbende één parel van grote waarde gevonden… Mattheüs 13:46a
De koopman vond geen kostbare parels, maar de ene parel dié hij vond had oneindig veel meer waarde dan alle andere kleine parels waar hij voorheen naar had gezocht. En voor deze ene parel had hij al zijn andere parels over. Die móést hij hebben. Het is groot als de Heere in ons hart geeft dat we zeggen: ‘Ik zie dat in Christus alles te vinden is wat ik nodig heb. In Hem is vergeving, heiliging, genade om standvastig te zijn in het goede en Hij kan mij geschikt maken voor de hemel. Hém moet ik hebben.’ De eerste eigenaar van de parel was bereid deze te verkopen aan de koopman. De Heere verkoopt Zijn genade niet, maar Hij schenkt Christus uit enkel genade. Toch wordt in deze gelijkenis het verkrijgen van Christus voorgesteld als een ‘koop’. Als u ernaar verlangt om Christus te bezitten, dan is dat mogelijk als u de voorwaarden van God aanneemt. Hebt u Hem gevonden Die de banier draagt boven tienduizend? Is Hij u gans begeerlijk? Kunt u zonder Hem niet gelukkig zijn? Dan zal Hij terstond uw deel zijn. Als u Hem begeert omdat in Hem alles is wat uw ziel nodig heeft, en u bidt: ‘Ik wil dit huis des gebeds niet verlaten vóórdat Christus de mijne is’, dan staat niets u in de weg om deze Parel in uw bezit te krijgen.