Wie heeft de wind in Zijn vuisten verzameld? Wie heeft de wateren in een kleed gebonden? Wie heeft al de einden der aarde gesteld? Spreuken 30:4
Er wordt wel beweerd dat God niet gekend kan worden. Degenen die dit zeggen laten duidelijk zien dat zij zelf verblind zijn. Hij Die de wereld geschapen heeft, was ongetwijfeld een intelligent Wezen, ja, de hoogste intelligentie, want op ontelbare manieren laten Zijn werken Zijn diepe gedachten en kennis zien. Lord Bacon zei: ‘Ik zou nog eerder de fabels van de talmoed en de koran geloven, dan te geloven dat dit hele heelal zomaar ontstaan is.’ Omdat dit zo is, kennen we God tot op zekere hoogte, ja, zelfs in zo’n mate dat we bereid zijn Hem te vertrouwen. Hij Die dit alles heeft voortgebracht, is betrouwbaarder dan alle dingen die door Hem gemaakt zijn. Maar we nemen Gods hand niet waar als wel zou moeten. Onze goede puriteinse voorvaderen hadden, als het regende, de gewoonte om te zeggen dat God de sluizen des hemels opende. Als het nu regent, denken we dat de wolken condenseren. Als ze een grasveld gemaaid hadden, waren ze gewoon de Heere te smeken of Hij de zon wilde laten schijnen. Wij denken nu dat we wijzer geworden zijn en we vinden het niet meer nodig om voor zulke dingen te bidden, omdat we denken dat de natuur nu eenmaal zijn loop zal hebben. Zij geloofden dat God in iedere storm was, ja, zelfs in iedere stofwolk. Zij zagen in alles Gods hand.