Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Ik zal mijn wegen bewaren. Psalm 39:2
Medereiziger, zeg niet in uw hart: “ik zal her– en derwaarts gaan en niet zondigen”; want nimmer bent u zozeer in gevaar van te zondigen, als wanneer u roemt op uw eigen kracht. De weg is zeer morsig, u zult moeite genoeg hebben uw kleren niet te bevlekken. Dit is een wereld van besmetting; die met pek omgaat, heeft genoeg te doen om zijn handen rein te houden. Een rover staat er op iedere kronkeling van de weg, om u van uw juwelen te beroven, in iedere genadegave ligt een verzoeking, in iedere vreugde een strik, en zo u ooit de hemel binnengaat, zal het een wonder van goddelijke genade zijn, dat geheel toegeschreven moet worden aan uws Vaders macht. Wees op uw hoede. Wanneer iemand kruit in de hand heeft, moet hij zich wachten nabij het vuur te komen; zo ook u om niet in verzoeking te geraken. Zelfs uw gewone daden zijn scherpe gereedschappen, die u moet weten te hanteren. Er is niets in de wereld, dat de Christens vroomheid voedt, maar genoeg om haar uit te roeien. Hoe gedurig moet u tot God opzien, opdat Hij u beware! Uw gebed moet zijn: “Ondersteun Gij mij, en ik zal veilig zijn!” Maar biddende moet u ook waken, de wacht houdende over iedere gedachte, daad en woord, met heilige jaloersheid. Stel u niet onnodig bloot; maar indien u geroepen wordt u bloot te stellen, en te gaan waar de pijlen vliegen, waag u dan nooit zonder uw schild; want zo de vijand u zonder schild vindt, zal hij juichen, dat zijn uur van zegepraal is gekomen, en u spoedig getroffen doen neervallen. Nochtans, geslagen kunt u niet worden, al bent u ook gewond. Wees nuchter en wakende, het gevaar kan komen op een tijd, wanneer alles rondom u vrede schijnt. Daarom zet uw hart op uw wegen en waak in het gebed. Niemand dwaalde ooit, door te waakzaam te zijn. Dat de Heilige Geest ons leide op al onze paden, zo zullen zij altijd de Heere welbehagelijk zijn.