Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Ik riep hem, doch Hij antwoordde mij niet. Hooglied 5:6
Soms moet het gebed, gelijk een bedelaar aan de poort, wachten tot de Koning komt, om zijn hand te vullen met de zegeningen, welke hij afsmeekt. Waar de Heer een groot geloof heeft gegeven, beproeft Hij het vaak door lang uitstel. Soms doet Hij de stem van Zijn dienstknechten terugkaatsen in hun oren, alsof de hemel van koper ware. Zij klopten aan de gouden poort, maar deze bleef onwrikbaar, als ware zij verroest op haar hengsels. Gelijk Jeremia hebben zij geklaagd: Gij bedekt u met een wolk, zodat er geen gebed door kan. Zo hebben oprecht gelovigen dikwijls geduldig gewacht, zonder verhoring te vinden; niet omdat hun gebeden niet vurig waren, of zij verworpen zouden worden, maar omdat Hij het aldus goed vond, die de Opperheer is, en die geeft naar Zijn welbehagen! Indien het Hem behaagt ons geduld te oefenen, kan Hij niet doen met het zijn wat Hij wil? Bedelaars mogen nimmer tijd, plaats en wijze kiezen. Maar laat ons zorg dragen, bij weigeringen niet te verflauwen in het gebed. God zal Zijn beloften getrouwelijk en stipt vervullen; laat ons de boze niet toelaten ons vertrouwen in de God van de waarheid te doen wankelen, door ons te wijzen op onze onverhoorde gebeden. Onverhoorde gebeden zijn daarom niet ongehoord. God houdt aantekening van onze gebeden; zij worden niet weggedragen door de wind, maar opgeschreven in des Konings boek. Aan het hemelse hof wordt iedere bede opgetekend. Beproefde gelovige! uw Heer heeft een fles met tranen, waarin de kostbare droppelen van de geheiligde droefheid bewaard, en een boek, waarin uw heilige verzuchtingen opgesteld worden. Eerlang zal uw bezoek ingewilligd worden. Kunt gij niet een weinig met geduld wachten? Is des Heeren tijd niet beter dan de uwe? Eerlang zal Hij vertroostend verschijnen, tot vreugde van uw ziel, en van u wegdoen de zak en as van het lange wachten, en u aandoen het scharlaken en fijn lijnwaad van de volle genieting.