Simon die IJveraar genoemd werd. (Lukas 6:15) Lees verder 2 Korinthe 7:5—11.
Christelijke ijver wordt gevoed door een gevoel van dankbaarheid.
Geliefd door mijn God, brand ook nu in mij
Een vurige liefde voor Hem.
Gekozen door Hem, al voor alle tijd
Kies ik nu, uit alles, voor Hem.
Kijk naar “de holte van de put waaruit u gegraven bent” (Jesaja 51:1) en je zult genoeg redenen vinden om alles wat je hebt en bent te geven voor God. IJver voor God wordt gevoed door de gedachte aan de eeuwige toekomst. Met betraande ogen ziet ijver op de vlammen van de hel en valt daardoor niet in slaap, ze kijkt omhoog met een verlangende blik naar de heerlijkheid van de hemel en het kan niet anders dan zichzelf opwekken. IJver voor God denkt aan de dood, ze hoort de hoeven van het grauwe paard van de dood vlak achter haar. IJver voor God heeft het gevoel dat ze maar weinig kan doen vergeleken met wat ze wil doen, dat de tijd kort is vergeleken met het werk wat nog moet gebeuren, daarom wijdt ze zich helemaal aan het doel van haar Heere. Verder wordt ijver gevoed door de liefde tot Christus. Lady Powerscourt zegt ergens, “Als we door en door willen branden van ijver, moeten we dichtbij de oven van de liefde van de Verlosser zijn.” Als je weet hoe Christus jou heeft liefgehad, kun je niets anders dan Hem liefhebben. Als je weet hoe Hij bespogen en veracht was en hoe Hij voor ons bloedde en stierf, kunnen we niet anders dan alles doen en dragen om Zijn naam! Bovenal moet Christelijke ijver ondersteund worden door een krachtig innerlijk leven. Als ons innerlijke leven afneemt, als het dwergachtig wordt, als ons hart maar langzaam voor God klopt, dan zullen we de ijver niet kennen. Maar als alles vanbinnen sterk en krachtig is, dan voelen we niets anders dan een liefdevol verlangen naar de komst van Christus’ Koninkrijk, dat Zijn wil op aarde gedaan wordt zoals het in de hemel gedaan wordt.
Ter overdenking
Hoewel misplaatste ijver waardeloos en gevaarlijk is (Romeinen 10:2; Filippenzen 3:6), is ook de Heere ijverig (Jesaja 9:7; 37:32; Johannes 2:17) en Hij verwacht ook dat Zijn volk ijverig is (Titus 2:14; Openbaring 3:19).
Preek nr. 639, 16 juli 1865