Gebed.
HEERE, onze God, Gij hebt Uw volk lief, Gij hebt alle heiligen in de hand van Jezus gesteld en Gij hebt Jezus hun tot een Leider, een Aanvoerder en een Echtgenoot gemaakt en wij weten dat Gij ons graag hoort roepen namens Uw Kerk want Gij zorgt voor hem en Gij zijt bereid hem te geven naar de bepalingen van het verbond dat Gij voor Christus Jezus in voorraad hebt. Daarom willen wij dit gebed beginnen met U te smeken de wijnstok en de wijngaard te aanschouwen en te bezoeken die Uw rechterhand heeft geplant. Kijk naar Sion, de stad van onze plechtigheden. Kijk naar hen die Gij hebt uitverkoren van voor de grondlegging der wereld, die Christus met bloed heeft verlost, wier hart Hij heeft gewonnen en vastgehouden, en die de Zijnen zijn, hoewel zij in de wereld zijn.
Heilige Vader, bewaar Uw volk, dat smeken wij U, om Jezus’ wil. Hoewel zij in de wereld zijn, mogen zij er niet toe behoren, maar mag er een duidelijk onderscheid zijn tussen hen en de rest van de mensheid. Zoals hun Heere heilig en onbesmet was, en gescheiden van zondaars, zo moge het ook zijn met gelovigen in Christus. Mogen zij Hem volgen en mogen zij de stem van vreemden niet kennen, maar mogen zij uit de rest treden, opdat zij Hem kunnen volgen buiten de legerplaats.
Wij roepen U aan voor het behoud van Uw Kerk in de wereld en vooral voor haar zuiverheid. O Vader, bewaar ons, wij smeken U met alle kracht, dat de boze ons niet aanraakt. Wij zullen verzocht worden, maar laat hem niet tegen ons zegevieren. Op duizend manieren zal hij strikken voor onze voeten leggen, maar o, verlos ons als een vogel uit de strik van de vogelvanger. Moge de strik gebroken worden zodat wij kunnen ontsnappen. Laat Uw Kerk nooit onteerd worden, maar moge haar gewaad altijd wit zijn. Laat degenen die niet van haar zijn, haar niet beroven. O Christus, zoals Gij gezucht hebt over Judas, zo mogen Uw kinderen tot U roepen over hen die op kromme wegen zijn afgedwaald, opdat de zaak van Christus op aarde niet wordt onteerd. O God, bedek met Uw vleugels het gehele volk van Christus en bewaar Uw Kerk totdat Hij komt, die de Zijnen, die in de wereld waren, heeft liefgehad en hen liefheeft tot het einde.
Wij willen nu vragen of wij gewassen mogen worden aan onze voeten. Wij vertrouwen erop dat Gij ons voor eens en voor altijd hebt gebaad in de zonde-verwijderende fontein. Gij hebt ons ook gewassen in het water van de wedergeboorte en ons de vernieuwing van onze geest gegeven, door Jezus Christus, maar O deze dagelijkse reiniging. Ziet Gij enig gebrek in ons? Ah, wij weten dat Gij dat doet. Was ons, opdat wij rein mogen zijn. Zijn wij gebrekkig in enige deugd? O, voorzie die, opdat wij een volmaakt karakter mogen vertonen tot heerlijkheid van Hem, die ons nieuw gemaakt heeft in Christus Jezus. Of is er iets dat goed zou zijn als het niet overdreven werd? Wees zo goed het aan te passen, opdat niet de ene deugd de andere afbreekt en wij niet geheel het beeld van Christus zijn.
O Heere en Meester, Gij Die vroeger de voeten van Uw discipelen waste, wees toch zeer geduldig met ons, zeer neerbuigend ten opzichte van onze ergerniswekkende fouten, en ga met ons voort, bidden wij U, totdat Uw grote werk voltooid zal zijn en wij broeders zullen zijn van de Eerstgeborene, gelijk aan Hem. Barmhartige Meester, wij willen onszelf in elk opzicht overwinnen. Wij wensen te leven voor de glorie van God en het welzijn van onze medemensen. Wij zouden graag willen dat zei van ons zeiden wat zei tegen onze Meester zeiden: “Anderen heeft Hij verlost, Hij kan Zichzelven niet verlossen.” Wilt Gij ons in het bijzonder in staat stellen het lichaam met al zijn genegenheden en begeerten te overwinnen. Moge het vlees onder bedwang worden gehouden. Laat geen enkele eetlust van de walgelijkste soort de overhand krijgen over onze menselijkheid, opdat wij niet onteerd en onrein worden. En laat zelfs de meest verfijnde kracht van de natuurlijke geest niet zo naar voren mogen komen dat zij de heerschappij van de Geest van God in ons kan ontsieren.
O, help ons niet zo gemakkelijk te worden bewogen, zelfs niet door pijn; moge wij veel geduld hebben en moge het vooruitzicht van de dood ons nooit enige vrees inboezemen, maar moge de Geest zozeer de heerschappij over het lichaam krijgen, dat wij weten dat niets de ware mens kan schaden. De innerlijke nieuwgeborene kan niet worden geslagen, noch is hij om te sterven. Het is heilig, onomkoopbaar, en leeft en blijft eeuwig in het leven dat in Christus Jezus is.
O, dat we toch een volledige zelfbeheersing mogen hebben. Maak ons vooral ongevoelig voor lof, opdat we niet te gevoelig zijn voor afkeuring. Laten we er rekening mee houden dat de goedkeuring van God en ons eigen geweten voldoende is en mogen we tevreden zijn, genadige God, om de kritiek van onredelijke mensen te verdragen. Ja, en om de verkeerde voorstellingen van onze eigen broeders te verdragen. Degenen die wij liefhebben, als zij ons niet liefhebben, mogen wij hen niet minder liefhebben, en als zij ons per vergissing verkeerd beoordelen, laten wij dan geen harde gevoelens tegen hen hebben, en God geve dat wij elkaar nooit verkeerd mogen beoordelen. Staat onze Rechter niet in de rechtbank? O, bewaar ons als kleine kinderen die het niet weten, maar die verwachten het later te weten en die tevreden zijn te geloven in dingen die zij niet begrijpen. Heere, houd ons nederig, afhankelijk, maar toch blijmoedig. Mogen wij kalm en rustig zijn als een gespeend kind, maar mogen wij toch ernstig en werkzaam zijn.
O Heiland, maak ons als Uzelf. Wij willen het niet zozeer doen, maar het zijn. Als Gij ons goed wilt maken, zullen wij goed doen. Wij merken hoe dikwijls wij onszelf moeten dwingen om rechtvaardig te zijn, maar o! Dat wij toch waren als Gij, Jezus, zodat wij slechts onszelf hoefden te bewegen, om volmaakte heiligheid uit te voeren. Wij zullen nooit rusten totdat dit het geval is, totdat Gij ons zelf innerlijk heilig hebt gemaakt, en dan moeten woorden en daden als vanzelfsprekend heilig zijn. Nu, hier zijn wij, Heere, en wij behoren U toe. O, omdat we van U zijn, hebben we hoop. Gij zult ons de Uwe maken. Uw bezit van ons is onze hoop op volmaaktheid. Gij wast onze voeten omdat wij Uw eigendom zijn. O, hoe lieflijk is de barmhartigheid die ons eerst in haar hart sloot en ons tot haar eigendom maakte en die nu teder met ons blijft omgaan, opdat wij als eigendom van Christus datgene van Christus in ons mogen hebben, waarvan iedereen mag zien dat het bewijst dat wij het eigendom van Christus zijn!
Nu willen wij al Uw heiligen voor U brengen en U vragen om aandacht voor hun beproevingen en problemen. Wij weten dat sommigen van hen persoonlijk zijn getroffen, anderen worden getroffen door hun dierbare vrienden, weer anderen worden getroffen door hun tijdelijke goederen en worden in grote benauwdheid gebracht. Heere, wij kennen niet de beproevingen van al Uw volk, maar Gij wel, want Gij zijt het Hoofd en de pijnen van alle leden zijn in U samengekomen. Help Uw volk tot het einde toe.
Nu bidden wij U om ons de zegen te schenken die wij reeds hebben gezocht en laat die zegen komen over alle kerken van ons geliefde land. Moge de Heere de ware en onberispelijke godsdienst doen herleven, hier en in alle andere landen waar Christus bekend is en gepredikt wordt, en laat de dag komen waarop het heidendom zich zal bekeren, waarop de maansikkel van Mohammed zal verdwijnen in de eeuwige nacht, en waarop zij die op de zeven heuvelen zit en zich verheft in de plaats van God, zal worden neergeworpen om te zinken als een molensteen in de vloed.
Laat het gezegende Evangelie van de eeuwige God zegevieren, laat de hele aarde vervuld worden met Zijn glorie. Oh! Dat we die dag mogen meemaken. De Heere zegene ons land. Heb er medelijden mee. God zegene de vorst met alle genade en zegen. Geef dat er in Uw oneindige wijsheid een verandering mag komen in de staat van handel en zaken, dat er minder klachten en leed mag zijn. O, laat het volk Uw hand zien en begrijpen waarom die op hen is gelegd, opdat zij zich bekeren van onrechtvaardigheid, en gerechtigheid zoeken en vrede najagen. Dan zal de zegen wederkeren. De Heere verhoren ons zoals wij in het verborgene vaak tot U roepen namens dit misleide land. De Heere bevrijd het en verheft het licht van Zijn aangezicht er over, om Jezus’ wil.
Amen.