Als christen moet het grote doel van ons leven altijd onderscheiden zijn van dat van de wereldling. Sommigen van hen zoeken rijkdom, anderen roem, sommigen gemak en anderen weer vermaak. Als iets ondergeschikts mag u die allemaal bezitten, maar uw eerste en hoofdbeginsel moet altijd als christen zijn, voor Christus te leven. Leven voor de eer? Ja, maar voor Zijn eer. Leven voor het gemak? Ja, maar Hij moet al uw vervulling zijn. Leven voor het genot? Ja, maar wees blij, zing dan psalmen en lofzangen voor de Heere in uw hart. Leven voor de rijkdom?
Ja, maar om rijk te zijn in het geloof. U mag schatten vergaderen, maar – in de hemel, waar mot noch roest ze verderft, waar de dieven niet doorgraven en stelen. Het meest alledaags beroep kan waarlijk geheiligd worden door de hele toewijding van uw dagelijks leven aan de dienst van Jezus, waar uw spreuk is: ”het leven is mij Christus”. Zo’n geheiligd leven kan men leiden en als iemand de mogelijkheid daarvan ontkent, hij zal niet overtuigd worden, omdat hij dit woord niet gehoorzaamt, “hetzij dan dat gij eet of drinkt of iets anders doet, doet het ter ere van God.”