Want Ik weet de gedachten, die Ik over u denk, spreekt de HEERE, gedachten des vredes, en niet des kwaads, dat Ik u geve het einde en de verwachting. Jeremia 29:11
Alle gedachten des Heeren werken mede tot ‘het einde en de verwachting’. Alle dingen werken mede tot dat ene doel: het goede voor degenen die God liefhebben. Wij zien slechts het begin; God ziet vanaf het begin het einde. Hij kent iedere letter van het boek der voorzienigheid; Hij ziet niet alleen wat Hij doet, maar ook wat de uitkomst van Zijn daden zal zijn. Wat onze huidige pijn en verdriet betreft, God ziet die niet op zichzelf staande, maar Hij ziet de toekomstige blijdschap en bruikbaarheid die daarmee gepaard gaan. Hij ziet niet alleen dat de aarde door de ploeg wordt opengescheurd, maar ook de akker met de gouden oogst daarop. Laten we ons met die gedachte troosten. God had de bedoeling om Zich in Babel een volk te formeren dat Hem zou kennen en waarvan Hij zou kunnen zeggen: ‘Ik zal hun God zijn en zij zullen Mijn volk zijn.’ Na zeventig jaar zou Hij Zijn volk terugbrengen naar Jeruzalem als een nieuw geslacht dat, wat hun zonden ook geweest waren, nooit meer tot afgoderij zou vervallen. Hij wist het doel van hun ballingschap en ten aanzien van Zijn bedoeling met ons, is de Heere eveneens duidelijk. Dat weten we zelf nog niet, want ‘het is nog niet geopenbaard wat we zijn zullen.’ U hebt het meesterwerk van de grote Kunstenaar nog nooit gezien. U merkt slechts het ruwe marmer op, de stukjes die daarvan afgehakt worden en op de grond vallen. U hebt de scherpte van Zijn beitel en het gewicht van Zijn hamer gevoeld, en u hebt de neiging om alleen maar daaraan te denken. Maar o, kon u maar dat heerlijke beeld zien zoals het eruit zal zien als Hij de laatste hand daaraan heeft gelegd. Dan zou u de beitel en de hamer en de Werkmeester, Die ze hanteert, beter begrijpen dan u nu doet.